
Jurisprudentie
AZ5565
Datum uitspraak2006-03-06
Datum gepubliceerd2007-01-04
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/5211 WWB-V
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-01-04
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/5211 WWB-V
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzet gegrond. Grief richt zich tegen aangevallen uitspraak.
Uitspraak
UITSPRAAK
05/5211 WWB-V
Met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:
[opposant], opposant,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, geopposeerde.
I ONTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Bij uitspraak van 8 november 2005 met toepassing van artikel 8:54 van de Awb heeft de Raad het door opposant ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 22 juni 2005, reg.nr. AWB 04/1405, niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft opposant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 6 maart 2006, waar partijen – wat opposant betreft met voorafgaand bericht van verhindering wegens ziekte – niet zijn verschenen.
II MOTIVERING
De uitspraak van de Raad van 8 november 2005 berust hierop, dat opposant de gronden van het hoger beroep niet binnen de hem daartoe gestelde termijn alsnog heeft aangevoerd.
De Raad is van oordeel dat de uitspraak van 8 november 2005 niet in stand kan blijven.
Appellant heeft in zijn hoger-beroepschrift reeds aangevoerd dat hij zich niet kan verenigen met het feit dat de rechtbank, nadat opposant op de dag voorafgaand aan de zitting bij faxbericht aan de rechtbank had medegedeeld dat hij wegens ziekte verhinderd was en dat hij ook niet alle onlangs aan hem toegezonden stukken al had kunnen lezen, de zitting desondanks doorgang heeft laten vinden.
Deze grief richt zich rechtstreeks tegen de aangevallen uitspraak en strekt ertoe, ook blijkens het verzetschrift van opposant, dat hij alsnog op een zitting van de rechtbank zijn zaak kan bepleiten.
Gelet op het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard.
Dit betekent dat uitspraak van de Raad van 8 november 2005 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zicht bevond.
Van door opposant in het kader van de verzetprocedure gemaakte proceskosten is de Raad niet gebleken.
III BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het verzet gegrond.
Aldus gegeven door mr. drs. Th.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2006.
(get.) Th.G.M. Simons.
(get.) T. Hemelrijk-van den Oudenalder.

